Vasculaire dementie:
Na de ziekte van Alzheimer is vasculaire dementie de meest voorkomende vorm van dementie.
Bij mensen met vasculaire dementie zijn de bloedvaten in de hersenen beschadigd, veel mensen met vasculaire dementie hebben dan ook een voorgeschiedenis van hart- en vaatziekten. Zij hadden bijv. last van hoge bloeddruk, hartritmestoornissen, diabetes, vaataandoeningen of TIA´s ( tijdelijke storing in de hersenfunctie door vermindering of afsluiting van de bloedtoevoer), ook kan iemand meerdere infarcten of beroertes hebben doorgemaakt.
Bij mensen met vasculaire dementie zijn de kleine bloedvaatjes in de hersenen beschadigd, de bloedvaatjes gaan stuk of raken verstopt, waardoor hersenweefsel afsterft. Als dit meerdere malen voorkomt kan dementie ontstaan.
Verloop van vasculaire dementie:
Vasculaire dementie begint vaak minder abrupt als de ziekte van Alzheimer. De verschijnselen nemen meestal in de loop van de tijd toe. Bij vasculaire dementie is er sprake van het herhaaldelijk afsterven van beetjes hersenweefsel, hierdoor kenmerkt vasculaire dementie door een plotseling begin en een stapsgewijze achteruitgang, er kunnen tussentijds tijdelijke verbeteringen in het functioneren optreden.
Vasculaire dementie ontstaat meestal tussen de 65 en 75 jaar, maar kan ook op jonge leeftijd voorkomen.
De verschijnselen waarmee de dementie begint, zijn afhankelijk van het gebied in de hersenen dat is beschadigd, hierdoor zijn de ziekteverschijnselen niet voor iedereen hetzelfde, maar er zijn toch een paar algemene verstandelijke, lichamelijke en emotionele verschijnselen.
De verschijnselen van vasculaire dementie:
De verstandelijke verschijnselen:
Bij vasculaire dementie zijn de geheugen- en oriëntatieproblemen in eerste instantie veel minder opvallend dan bij de ziekte van Alzheimer. Ze treden wel in toenemende mate op maar meestal in een later stadium. Meestal merk je als eerste vertraging van de snelheid van denken, praten of bewegen. Er kunnen problemen met het gebruiken en begrijpen van taal zijn, problemen met het herkennen van voorwerpen of het uitvoeren van de dagelijkse handelingen, ook kunnen storingen optreden in het omgaan met veeleisende situatie en in het vermogen logisch te redeneren.
De lichamelijke verschijnselen:
Het meest kenmerkende van vasculaire dementie is de combinatie van verstandelijke achteruitgang en lichamelijke verschijnselen. Als gevolg van hersenbeschadiging kan een verlamming, spierverstijving of gevoelsverlies ontstaan, hierdoor kunnen problemen met lopen, spreken, slikken of plassen. Er kan een nieuwe beroerte optreden, waarna nieuwe verschijnselen optreden of bestaande verschijnselen verergeren. Ook kan men lichamelijke ongemakken hebben die een gevolg zijn van de hart- en vaataandoeningen, zoals pijn op de borst, kortademigheid of vochtopeenhoping. Mensen met vasculaire dementie worden naar mate de ziekte vordert toenemend hulpbehoevend, zij raken de controle over het lichaam kwijt, wat tot lichamelijke complicaties kan leiden.
De emotionele verschijnselen van vasculaire dementie:
Mensen met vasculaire dementie kunnen zich lang bewust blijven van hun achteruitgang, dit kan tot sombere of juist opstandige gevoelens leiden. De buien van iemand met vasculaire dementie kunnen snel wisselen en extreem zijn, het ene moment zijn er tranen en even later een lachbui. Ook de helderheid kan variëren, goede dagen worden afgewisseld met slechte dagen. Soms komen hallucinaties en waanideeën voor, ze kunnen er bijvoorbeeld van overtuigd zijn dat ze zijn bestolen. De mensen met vasculaire dementie komen er steeds minder toe iets te ondernemen, er ontstaan stoornissen in het initiatief nemen.
De diagnose “ Vasculaire dementie”
Het stellen van de diagnose gaat stapsgewijs. Allereerst stelt de huisarts of verpleeghuisarts vast of er sprake is van dementie. Daarna zal hij de bewoner doorsturen naar een gespecialiseerde instelling, in de gespecialiseerde instelling zal uitgebreid lichamelijk en psychologisch onderzoek worden uitgevoerd. Vaak worden dan deze of vergelijkbare testen uitgevoerd:
- Bloedonderzoek: dit om uit te sluiten dat vitaminetekort,bloedarmoede, suikerziekte of ziekten aan organen zoals de schildklier, de nieren of de lever de oorzaak is van de klachten. en aan organen zoals de schildklier, de nieren of de lever de oorzaak is van de klachten.
- Neurologisch onderzoek: hierbij wordt de werking van het zenuwstelsel onderzocht.
- Neuro-psychologisch onderzoek: dit is een gesprek met een psycholoog waarbij hij met behulp van allerlei testen bepaalde functies van de hersenen onderzoekt.
- MRI of CT-scan: hierbij worden een soort foto´s van de hersenen genomen en kunnen bijvoorbeeld hersentumoren of hersenbloedingen worden opgespoord.
- EEG: hierbij wordt de hersenactiviteit gemeten, met behulp van deze techniek kan een depressie of een epileptische aandoening worden vastgesteld.
De diagnose van vasculaire dementie wordt onder andere gesteld op basis van een MRI of CT-scan, hier op zal een verstoring in de bloedvoorziening van de hersenen te zien zijn.
Behandeling van vasculaire dementie
Vasculaire dementie kan vooralsnog niet behandeld worden. Soms is het wel mogelijk bijkomende verschijnselen te behandelen, zoals sombere of angstige gevoelens en hallucinaties. Vaak probeert men ook de hart en vaat ziekten te behandelen om verdere schade zoveel mogelijk te beperken.
Niet medicamenteuze behandeling is vooral van belang, dit kan door activiteiten aan te bieden en de benadering naar de mensen met vasculaire dementie goed af te stemmen op zijn of haar belevingswereld en mogelijkheden.
De benaderingswijze bij vasculaire dementie
De benaderingswijze bij mensen met vasculaire dementie verschilt niet met de benaderingswijze bij alle vormen van dementie. Hieronder een aantal “ gouden regels” :
* Maak contact met de persoon door oogcontact te maken.
* Let op je gezichtsuitdrukking.
* Spreek rustig met korte zinnen.
* Laat je niet afschrikken als iemand vreemde antwoorden geeft.
* Voorkom faalmomenten.
* Stel geen vragen als “ Wat heb je vanmiddag gegeten?” en “ Hoe heet ik ook al weer?”.
Men weet dit meestal niet en men wordt dan pijnlijk herinnerd aan zijn of haar
onvermogen.
* Probeer de persoon niet te verbeteren wanneer hij of zij iets zegt wat niet klopt, maar
praat mee en houdt zelf de grote lijn van het gesprek in de gaten.
* Ga met de dementerende niet in een wel waar/niet waar discussie, dit leidt meestal
alleen tot spanningen, onrust en irritaties.
* Help de dementerende met tijdsoriëntatie door regelmatig te zeggen,” Het is nu half 11
koffietijd “ of “ Het is vandaag dinsdag uw zoon komt langs “
* Overvraag de dementerende niet, blijf niet doorvragen als de persoon het niet meer weet,
Blijf niet stimuleren wat men niet meer kan, stel niet meer dan 1 vraag.
* Maak de dementerende niet nog onzekerder door vragen te stellen als:
Hoe oud bent u?
Wat heeft u gisteren gegeten?
Hoeveel kinderen heeft u?
* Neem de gevoelens van de dementerende serieus, als de persoon verdrietig is over
moeder, die maar niet thuis komt dan is zij of hij ook echt verdrietig, veeg dit niet weg
maar probeer er samen achter te komen dat moeder overleden is bijvoorbeeld met een
fotoboek.
* Wanneer de dementerende ons niet meer herkent en onze spreektaal niet meer verstaat
blijft het mogelijk en belangrijk contact met hem of haar te houden door bijvoorbeeld een
hand, een zoen, een arm om de schouder dit zal hij of zij nog lang verstaan.
* Een dementerende kan zich door zijn of haar ziekte onmogelijk aanpassen aan “ gezonde
mensen “ daarom moeten “ gezonde mensen “ zich aanpassen aan de dementerende
medemens.