Deze website is een eind-opdracht voor de opleiding "woonzorgbegeleiding" bij het Mondriaan College te Leiden. Huize Mariposa bestaat (nog) niet echt. Veel plezier met de virtuele kennismaking en uw wandeling door onze digitale zorginstelling.
1 2 3 4 0 0

Bijlage 2

Dagevaluatie:
Na iedere dienst wordt het laatste kwartier gebruikt om met elkaar te evalueren.
Iedereen is hierbij aanwezig, de manager, verpleegkundige, verzorgende en de vrijwilligers.
Dit wordt gedaan door middel van een vast aantal vragen, waardoor er vanzelf een goede evaluatie van de dag ontstaat;

• Hoe was de verdeling van taken?
• Zijn alle taken uitgevoerd?
• Wat ging er goed vandaag?
• Wat ging er minder goed vandaag? Hoe kwam dat?
• Hoe ga je dit de volgende keer aanpakken?
• Is er iets voorgevallen wat je graag wilt bespreken?
• Ga je met een goed gevoel naar huis?

Het laatste punt is tevens het doel van de evaluatie.
Ook de kwaliteit wordt bevordert, telkens worden knelpunten besproken en er wordt gekeken hoe dit in het vervolg beter kan.

Teamoverleg:
Elke maand zal er een teamoverleg plaatsvinden met verzorgende en verpleegkundige.
Er komt een schrift waarin iedereen punten kan opschrijven die ze belangrijk vinden om te bespreken.
De verpleegkundige maakt de uiteindelijke agendapunten en leidt de vergadering.
Na de agendapunten te hebben besproken is er tijd voor de rondvraag, zodat iedereen de kans krijgt zijn vraag te stellen of iets te vertellen wat van zijn belang is.
Daarnaast zal er 1x per 2 maanden een overleg plaatsvinden tussen de verpleegkundige en de vrijwilligers.

Zorgreflectie:
Er wordt van tevoren met elkaar besproken over welke bewoner de zorgreflectie zal gaan.
Alle verzorgende/ verpleegkundige van de bewoner zijn hierbij aanwezig, een bereid het gesprek voor met de daarvoor bedoelde formulieren.
Doel van de zorgreflectie is;
Bij de belevingsgerichte zorg staat de beleving van de bewoner centraal, je gaat op zoek naar de betekenis van het gedrag van de bewoner en probeert op deze wijze je zorg te laten aansluiten op de behoefte van de bewoner.
Bij zorgreflectie is het de bedoeling dat je terugkijkt naar je eigen handelen in bepaalde situaties, met het doel bewustwording en van elkaar leren.
Binnen de zorgreflectie staan drie vragen centraal:

• Wat is de situatie en wat zijn de feiten?
• Hoe geven de bewoner en diens naasten hier betekenis aan?
• Wat betekenen deze feiten en betekenisgeving voor mijn handelen?

Hierbij zijn de volgende vier kernbegrippen belangrijk:
Deze worden in de voorbereiding verwerkt.

• Gelijkwaardigheid:
De bewoner en zorgverlener hebben een gelijkwaardige relatie waarbij ieder een eigen inbreng heeft. Ieder heeft zijn eigen deskundigheid (of door ervaring of door de professie).
• Gezamenlijkheid:
Er wordt gestreefd naar overeenstemming met de bewoner en de zorgverlener, met betrekking tot doelen, problemen en acties.
• autonomie:
De bewoner leidt zoveel mogelijk zijn eigen leven en de zorgverlener heeft respect voor de keuze die hij maakt. Ook de professional heeft een zekere mate van autonomie nodig om het werk te kunnen doen aansluiten bij de beleving van de bewoner.
• Gepastheid:
Het vermogen van de zorgverlener om contact te kunnen maken en zich aan te kunnen passen aan de verschillende zorgsituaties.

Stappenplan zorgreflectie formulier:
Om het gesprek goed te laten verlopen is er een stappenplan op papier ontwikkeld, een verzorgende is de voorzitter en zorgt ervoor dat de reflectie juist verloopt.
De volgende stappen worden gevolgd:


Stap 1. Opening: Welkom.
Aangeven wie de situatie inbrengt en wie notuleert.
Werkwijze zorgreflectie doorlopen.
Kort terugkijken op evt. vorig reflectiegesprek.

Stap 2. Presentatie: De gekozen situatie wordt kort eb zakelijk ingebracht.
De inbrenger geeft aan waarom voor deze situatie is gekozen en wat zij met de ingebrachte situatie wil bereiken.

Stap 3. Feiten: Feiten en beleving bewoner worden besproken
Inbrenger geeft belangrijke informatie over de bewoner en de achtergrond.
Deelnemers noteren hun vragen.
Deelnemers brengen de vragen in.

Stap 4. Betekenis Deelnemers denken na wat de informatie van stap 2 en 3
voor handelen betekent voor hun handelen en noteren dit.
zorgverlener: Deelnemers vertellen elkaar wat ze hebben genoteerd.
Inbrenger verteld hoe zij betekenis heeft gegeven aan de vier kernwaarden en welke vragen en problemen dit opriep.
Inbrenger geeft aan op welke vraag of welk probleem nader wordt ingegaan.

Stap 5. Discussie: Vraag of probleem helder krijgen door aanvullende vragen.
Deelnemers noteren mogelijk omgang met dilemma.
Uitwisseling van meningen en ervaringen.
Vaststellen welke keuze wordt gemaakt.

Stap 6. Afronden: Benoemen van nieuwe ontdekkingen en leerpunten uit de zorgreflectie.

Afspreken maken voor de volgende keer; wei brengt een situatie in en wanneer.

Stap 7. Afronden: Wat vond je van deze zorgreflectie bespreking?
Rondvraag.

Goed en duidelijk zorgdossier:
De volgende volgorde wordt met tabbladen aangegeven:
• Afsprakenblad: Hier worden alle afspraken van de bewoner per datum opgeschreven en afgetekend wanneer deze hebben plaatsgevonden.
• Weekagenda: Hierin worden alle vaste afspraken opgeschreven in een weekoverzicht.
• Persoonlijke gegevens en contactgegevens.
• Opname gegevens en indicatie: Opname gegevens staan onderverdeeld in somatisch, maatschappelijk, psychische en lichamelijk om zo een holistisch beeld te kunnen vormen.
• Medische samenvatting: Lichamelijk ziekteverleden, medicatie gebruik en nieuwe gegevens op dit gebied zijn hier te vinden.
• Levensloop karakteristiek:
o Levensgeschiedenis.
- Beroep.
- Sociale rollen.
- Sociale rollen nu (beleving).
- Belangrijke gebeurtenissen.
- Beleving van de levensgeschiedenis.
- Belangrijke personen in het leven van vroeger en nu.
o Normen en waarden.
o Wat is daar nu nog van te merken?
o Specifieke woonzorg karakteristiek.
- Somatisch.
- ADL.
- Maatschappelijk.
- Psychisch.
- Communicatie.
o Gedrag op de afdeling.
o Nabijheid en intimiteit, gerechtigheid en veiligheid.
o Rol van de familie.
o Belevingsfase van de bewoner.
o Hoe beleeft de bewoner de huidige situatie?
o Waaraan heeft de bewoner behoefte?
- Beleving van de huidige situatie.
- Bejegening, manier van aanspreken.
- Activiteiten en rust.
- Gedrag binnen de woongroep.
- Gedrag van de interactie tussen de woonzorgbegeleider en de bewoner.
o Benaderingswijze.
• Afspraken mantelzorger/ vrijwilliger.
• Zorgplannen: Voor onze zorgplannen werken we met het PESDIE model. De zorgplannen worden onderscheiden in lichamelijke problematiek (LP), psychische problematiek(PP), sociale problematiek (SP) en maatschappelijke problematiek (MP).
P: Probleem wordt hier omschreven.
E: Oorzaak wordt hier omschreven.
S: Symptomen worden hier omschreven.
D: Doel wordt hier omschreven, deze gaat via de SMART methode: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden.
I: Interventies: welke acties worden ondernomen om het doel te kunnen behalen, hoe moeten deze acties worden uitgevoerd en in welke frequentie.
E: Evaluatie: Datum en door wie.
• Rapportage: Dit gebeurt naar ieder zorgmoment naar aanleiding van de zorgplannen en de beleving van de zorgvrager tijdens de zorg.
• Eten en drinken: Hierin staat alles wat belangrijk is en ook de diëtiste speelt hier een grote rol.
o Allergieën en intoleranties.
o Diëten.
o Hoe wordt de voeding toegepast?
- Verdikt.
- Vloeibaar.
- Zondevoeding.
- Rede.
• Uitscheiding: Hierin staan alle belangrijke gegevens over uitscheiding.
o Katheter, maat, soort.
o Stoma, behandeling, materiaal.
o Incontinentie, materiaal en welk soort incontinentie.
o Hulpmiddelen, bv lactulose, microlax, clyssie.
• Hulpmiddelen/ transfers.
• Beschermende maatregelen.
• Logopedie.
• Fysiotherapie.
• Diëtist.
• Maatschappelijk werk.
• Sociaal Psychiatrisch verpleegkundige.
• Psychiater.
• Psycholoog.
• Gedragstherapeut.
• Verpleeghuisarts.
Alle disciplines hebben dus hun eigen tabblad waar ze kunnen rapporten en waar gemaakte afspraken kunnen worden opgeschreven.
• Evaluaties: Alle voorbereidingen en verslagen van gesprekken kunnen hier worden opgeschreven.